Harry Blaak

Leraar zijn, dat moet je in je hebben, vindt Harry Blaak. Maar het is ook een vak dat je kunt leren. Daarom verkocht hij na 17 jaar zijn bedrijf en studeert hij voor docent economie aan Driestar hogeschool. “Die jonge gasten verder helpen, dat is mijn missie.”

Switch maken
“Ik ben 44 jaar, op m’n 42e heb ik mijn bedrijf verkocht. Switchen na tien, vijftien jaar is iets wat iedereen moet doen. Wanneer je aan veertigers die al lang bij hetzelfde bedrijf werken vraagt of ze iets anders zouden willen doen, denk ik dat de meesten bevestigend zullen antwoorden. Ik leidde een bedrijf dat tuinmaterialen verkocht aan hoveniers. Op mijn 19e begonnen en doorgegroeid van verkoper naar bedrijfsleider. Na zoveel jaar kom je bijna niet meer los van je bedrijf en de omgeving waar je in zit, en toch werd me die kans geboden. Iemand benaderde mij omdat hij mijn bedrijf wilde kopen. Toen ik de gedachte van switchen naar het onderwijs de ruimte gaf, liep ik twee dagen stuiterend van de adrenaline rond, zoveel energie kreeg ik van het idee.

Leraar worden
Eerlijk gezegd denk ik: je hebt het of je hebt het niet. Een klik kunnen maken met jongeren is een vereiste voor goed leraarschap. Ik heb in het verleden al Daniëlkampen geleid en wist dat ik dat in me had. Oprecht een band met ze opbouwen levert op dat ze naar je luisteren en je respecteren. “Nee joh, dat doe je toch niet? Leraar is het meest gehate beroep!”, was de eerste reactie van mijn eigen tieners. Ik heb die angst niet. Als je basis goed is met jongeren ben ik ervan overtuigd dat je altijd weer verder kunt. Ook als er conflicten zijn of de groep heel dynamisch is.

Het vak
Handel was mijn vak in mijn beroep als bedrijfsleider. De donderdagavondcolleges over het vak economie vliegen dan ook voorbij. Inkoop, verkoop, marges berekenen; het ligt heel dichtbij mijn werk twee jaar geleden. Ook in de klas helpt deze ervaring: een bedrijf gehad hebben in de praktijk maakt het anders. Een winstgevend bedrijf dat verlies gaat draaien tijdens de crisis is voor mij geen casus; ik heb het gevoeld. En leerlingen vinden het natuurlijk wel stoer, na de les komen ze even vragen hoe ik dat vroeger deed.

Gids en metgezel
Een deel moet je in je hebben, maar daarnaast helpt je opleiding je. Op dinsdagavond zijn de colleges van het didactische programma. Nu heb ik bijvoorbeeld een les gehad over lichaamstaal. Als je leraar boos kijkt, voel jij je waarschijnlijk onprettig. Klinkt logisch, maar als ik een video terug zie van mijn eigen les, zie ik opeens dat ik geen handige lichaamstaal heb aan het einde van de les. Ik keek geïrriteerd, waardoor de groep niet goed reageerde.

Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld dat ik nogal ad-rem ben, ik zet iemand snel op z’n plek. Je kunt zeggen: dat is handig bij jongeren. Maar ik heb gemerkt dat je daardoor ook de relatie met de leerling kunt verstoren. Een leuke, bijdehante meid in mijn klas heb ik al met een simpele opmerking al twee keer op haar plek gezet. Ik merk dat ze dat vervelend vindt. Wat is je rol als leraar? Daar helpen de docenten op de opleiding je echt wel bij. We noemen dit Gids en metgezel zijn: als Gids leid je ze, maar je bent ook een metgezel die naast ze staat.

Voorleven
Driestar hogeschool staat bekend als kwalitatief sterke hogeschool. Ik vind het belangrijk om daarnaast ook mezelf de spiegel voor te houden als christelijke leraar. Vorige maand schreef ik een essay over het meesterdialoog. Dit gaat over zaken als: waar ben je zeker over en waar twijfel je over, hoe kun jij hoe je leeft rijmen met je christen zijn? Economie is een vak waar je makkelijk je identiteit bij kunt betrekken, maar dit moet je alleen doen als ergens van overtuigd bent en hen met een boodschap wilt bereiken. Tieners prikken er doorheen als je het doet om je lesje christelijk te maken. “Dat gaat er niet in, Blaak,” zouden mijn leerlingen dan zeggen. Die oprechtheid vraagt om zelfonderzoek. Als je niet over je eigen christen-zijn wilt nadenken moet je hier niet komen studeren.

Dynamiek in je klas
Op mijn stage op Revius blijft elke periode interessant. Voor de kerstvakantie ging het super, daarna even niet meer. Er komt ruimte, je moet de touwtjes aantrekken om betrokkenheid te creëren. Die dynamiek vind ik fantastisch. In mijn vmbo-3 klas zit een aantal jongens. Als zij voelen dat je ze te pakken hebt, dan luisteren ze. Of dat ook zo blijft als je al een aantal jaar voor de klas staat? Dat zullen we zien…”

Terug naar overzicht