Als kind had ik heel goede meesters op school. Goede juffen ook, maar als klein jochie identificeer je je sterker met de meester. Mijn meesters konden gepassioneerd vertellen en gaven fantastisch muziekonderwijs. Dat laatste leek me geweldig. Omgaan met kinderen ook, dus de pabo was een logische keuze. Daarna werkte ik in het basisonderwijs, later in het voortgezet onderwijs. Inmiddels ben ik terug op de pabo, nu als docent. Ik heb tijdens m’n opleiding zo veel moois ontvangen, nu kan ik wat terug doen.
Als meester probeerde ik mijn liefde voor muziek over te brengen. Als docent op het vmbo deed ik m’n best mijn leerlingen de waarde van muziek in te laten zien. Op de pabo ben ik vooral bezig met de vorming van de student. Ik weet uit mijn eigen studententijd dat je het nodig hebt om een eigen visie te ontwikkelen. Dat doe je vooral door je blikveld te verruimen en de confrontatie aan te gaan met meningen die niet helemaal de jouwe zijn. Daar word je stabieler en steviger van. Muziek is daar een prachtig middel voor. Aangetoond is dat muziek verrijkend is en de mens gelukkig maakt. Muziek stimuleert je brein om creatief en snel te denken en leert de mens communiceren. Wat je soms niet met woorden kunt zeggen, kan wel met muziek. Je raakt mensen recht in het hart. Dat is prachtig.
Niet iedereen heeft evenveel muzikaal talent. Maar ik geloof oprecht dat elk mens iets muzikaals in zich heeft. Je moet mensen helpen om dat muzikale talent te ontdekken. Dat zie ik als mijn taak. Muziek is een scheppingsgave van God. De engelen loofden God al voor Hij de aarde en mensen schiep. Ik vind het prachtig dat je als het ware bezig bent om iets wat al zo lang bestaat door te geven. Daar klinkt iets in door van het hemels paradijs. Je oefent voor de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Muziek moet je dus niet in een hoekje stoppen, maar verdient de volle aandacht. Al musicerend dien je God.
Arjen Uitbeijerse