Danik Ploeg

Disclaimer: dit is het verhaal van een docent die nog moet starten. Danik Ploeg, aankomend docent biologie op de Guido de Brès in Rotterdam, besluit hier het gesprek - dat plaatsvindt voorafgaand aan schooljaar 2021-2022 - mee. Idealen heeft hij zeker, maar 'ik ben altijd bang dat ik van die enorme vergezichten teken, of dat bepaalde dromen helemaal niet uitkomen.'

‘Als klein jongetje heb ik altijd geroepen dat ik ook “meneer" wilde worden, net als mijn vader', vertelt Ploeg. 'Op de middelbare school had ik echter geen enkele ambitie meer voor het onderwijs. Ik dacht: waarom wilde ik vroeger eigenlijk docent worden?’

Toch gaat Ploeg het onderwijs in. 'Ik ben er namelijk achter gekomen dat ik het leuk vind om kennis over te dragen. Ik ga door tot de ander het snapt en ben teleurgesteld als de ander afhaakt. Zo gaf ik, toen ik op het vwo zat, twee vmbo-leerlingen bijles wiskunde. De één had vermoedelijke dyscalculie, de ander had “gewoon" slechte cijfers. Enerzijds vond ik het frustrerend dat zij mijn uitleg eerst niet begrepen. Het is dan extra leuk als het toch lukt om wiskundige principes bij te brengen via een stappenplan dat voor hen werkt.’

 

Plantjes

Vanaf dit cursusjaar geeft Ploeg drie dagen per week biologie aan vwo 2, havo 4 en vwo 4. Daarnaast volgt hij de lerarenopleiding bij het ICLON (Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing) van de Universiteit Leiden. Ploeg krijgt daar les in algemene en vakspecifieke pedagogiek. De inhoud van zijn vak heeft hij geleerd tijdens zijn bachelor biomedische wetenschappen. ‘Die studie heb ik gekozen vanwege mijn fascinatie voor het menselijk lichaam. Ik wil vooral weten hoe dingen "geregeld” zijn in het lichaam, dus niet alleen dat voeding wordt opgenomen in je darmen, maar ook via welke kanalen dit precies gaat.' Het vak biologie gaat over meer dan alleen het menselijk lichaam. 'Als biologiedocent moet ik ook de plantjes erbij doen. Dat vind ik niet erg, ik heb deze zomer al wat gepoot’, zegt Ploeg met een glimlach. 


Beschroomd

De keuze voor christelijk onderwijs is bewust. 'Niet zozeer omdat ik een reformatorische achtergrond heb of in een vertrouwde omgeving wil werken. Wel omdat je op een reformatorische school, even los van je vak, gesprekken kunt voeren met je leerlingen over geloofszaken. Ik zie ernaar uit om daar een rol in te mogen spelen.’

‘Als leerling is me altijd een docent bijgebleven die weliswaar beschroomd was om over het geloof te praten, maar waarbij ik in zijn dagopeningen merkte hoezeer hij begaan was met je geloofsleven. Ik merkte dat hij het meende en dat hij niet zo maar wat napraatte. Dat verschil hoor je namelijk heel goed.’

‘Bij biologie komt op meerdere fronten het christelijk geloof terug’, noemt Ploeg. ‘Je hebt het over de schepping, dat wat God gemaakt heeft. Dan heb je het over schepping of evolutie. Bij biologie gaat het ook over seksualiteit, daar hoor je genoeg over in de samenleving. En het gaat om ethiek.’ Tijdens het vak wetenschapsfilosofie ging Ploeg hier als student over in gesprek. 'Hoe ga je er bijvoorbeeld mee om als bij een moeder van 40 jaar de ziekte van Huntington is vastgesteld? Welke keuzes maak je?’


Drugs 

Voelt Ploeg zich voldoende toegerust voor zijn vak? 'Het eerlijke antwoord is dat dit sowieso een zoektocht is. Je groeit hier wel in en je moet je mening soms bijstellen. Misschien een kinderachtig voorbeeld, maar ik leerde dat drugs verkeerd is. Zodra ik iets over drugs hoorde, ook als dat medicinaal gebruikt werd, was mijn reactie: “Nee, die moeten we niet geven.” Op een gegeven moment dacht ik: het Engelse woord drug betekent “medicijn”. Als het een medicinale werking heeft, mogen we het wel gebruiken.’

'Mijn gevaar is dat ik met de kennis die ik heb over de hoofden van de leerlingen praat’, denkt Ploeg. 'Dat ik te veel vraag of ervan uitga dat ze het begrijpen. Dat komt door mijn enthousiasme, maar - daar werd ik op gewezen - ook door mijn intellectualiteit. En mezelf kennende, denk ik dat ik geduld moet leren.’


Beginnende docent

'Als leerling vond ik consequente docenten het fijnst, vertelt Ploeg. 'Ik denk juist in deze tijd met angst en beven, maar ook enigszins beschaamd, terug aan het moment dat ik in de eerste klas zat. We hadden een beginnende docent en het ging absoluut niet goed, hoewel ik me niet kan herinneren of ik er zelf een groot aandeel in had.’ Toch ziet Ploeg vooral uit naar het lesgeven. 'Ik ben rationeel genoeg om niet te blijven hangen in angst. Het lijkt me geweldig om voor een groep leerlingen te staan.' 

Ploeg wil het lesgeven graag combineren met de opleiding Russische studies - een studie die hij volgt vanuit interesse en omdat zijn moeder en haar familie Russisch spreken. ‘Mijn toekomstvisie - hoe ik het zou willen zien, is geen garantie voor hoe het gaat – is dat ik lesgeef en ondertussen m'n andere studie afrond. Wat mij betreft blijf ik in het onderwijs.' 

 

Interview en tekst door DRS Magazine


Terug naar overzicht